top of page

Geven en ontvangen in projecten

Bijgewerkt op: 4 apr. 2018



Afgelopen week was Inge jarig. Het was een fijne verjaardag. Op een verjaardag geef je de jarige iets cadeau. Ik gaf Inge een bos zelf gesnoeide takken Gelderse roos, rozenbottels van de Egelantier en bramen. Zoals ik verwachtte, viel deze bos erg in de smaak. Al jaren loop ik met Inge langs struiken en zegt ze: “als we nu een snoeischaar bij ons hadden…”


Met een verjaardag is geven en ontvangen heel gewoon. Toch is geven en ontvangen niet altijd even eenvoudig. Wanneer in een project de één heel veel geeft aan energie en inzet en een grote bijdrage in kennis en ervaring opeist, kan dat bij de ander een gevoel van schuld en tekort opleveren. Voor wat, hoort wat in een ruilrelatie. De ruil kan erkenning en bevestiging van iemands positie in het team opleveren. Ruilrelaties laten ons de machtsverhoudingen zien.


Ons nationale voetbalteam was de afgelopen tijd in het nieuws, omdat de voormalig aanvoerder, Wesley Sneijder, niet geselecteerd werd door bondscoach Louis van Gaal voor een potje voetbal. Ineens werd duidelijk: ik (Louis) kan jou (Wesley) een ticket naar het WK in Brazilië bezorgen. Daar staat dan wel tegenover dat... je fit bent... je goed presteert… en naar mij (Louis) luistert. Botsende ego’s in een ruilrelatie op zoek naar erkenning van de machtspositie.


Een komisch voorbeeld in de relationele sfeer betreft een buurvrouw die ik ooit heb gehad. Zij vertelde dat haar man seks met haar mocht hebben als hij een klusje in het huis had gedaan. Dus keek ik toch weer iedere keer wat meewarig als de arme buurman gedreven door zijn hormonen in de weer was met ladder, bezem en gereedschapskist. “Zo buurman, klusje doen?”


In een relatie – of dat nu in een team is of in privé – kan er ongemerkt schuldgevoel insluipen, als geven en ontvangen niet in balans zijn. Inge is in toenemende mate afhankelijk van de zorg van anderen. Ze ziet ook dat haar ziekte mijn leven beïnvloed en dat maakt het ongemakkelijk.


Het is buitengewoon sterk van Inge dat zij in alle opzichte haar onafhankelijkheid en zelfstandigheid tot het uiterste naleeft. Dat is goed voor haar eigenwaarde en ze doet haar best mij zoveel mogelijk ruimte te geven om de dingen in mijn werk te doen die ik wil doen. Als het zo moet zijn dat ik als mantelzorger wat voor haar doe, dan ervaar ik dat niet als en ruilrelatie. Hoe zit dat dan en wat leren we daarvan voor projecten?


Het is niet vanzelfsprekend goed om de ander afhankelijk te maken. Vanuit een perspectief van machtsgebruik en manipulatie is het een gegeven, dat ook in werkrelaties in een project niet valt te ontkennen. Voor effectieve samenwerking in projecten is het goed om de drie principes van systemisch werken mee te wegen. Een organisatie kan goed functioneren als aan de volgende principes wordt voldaan:

• Binding: alle leden en belangrijke thema’s hebben recht op een plek.

• Ordening: er is een juiste ordening van posities.

• Evenwicht: er is een balans tussen geven en nemen.


Met name dat laatste kan als snel tot een verstoring leiden. Vriendschappen, echte vriendschappen, zijn daarom ook zo zeldzaam moeilijk te construeren, omdat de gedachte dat iets gegeven wordt, advies, spullen, aandacht, er al toe kan leiden dat de relatie in onbalans komt als de één alleen geeft en de ander daar weinig tegenover kan stellen.


Toch hoeft de gift op zich zelf de balans niet te verstoren. Dat hangt van het perspectief af, waarin de gever en ontvanger de gift waarderen. Als er geen intentie achterweg komt bij de gever en er geen intentie gezocht wordt bij de ontvanger, dat een gift bedoeld is om iets van de ander te willen.


De Duitse filosoof Martin Buber benadrukte in 1923 zijn klassiek geworden boek “Ich und Du” het belang van de zogenaamde “tussenruimte” in ontmoetingen. Dit was, in Bubers woorden, een dimensie waarin “ruimte en tijd” wegvallen en het werkelijke “zijn met de ander” zich manifesteert. In ontmoetingen ligt de mogelijkheid dat er zich iets ontvouwt dat gepaard kan gaan met de kracht van transformatie en boven het persoonlijke uitgaat. Buber stelt dat een ander willen veranderen, willen beïnvloeden, niet kan wanneer je zelf niet bereid bent om veranderd en beïnvloed te raken door diegene die tegenover jou zit. De kracht van de ontmoeting zit hem volgens Buber in de gevleugelde uitspraak: Ich werde am Du. Ik word “iemand” aan jou.


Mijn mens-zijn ontwikkelt zich in de relatie en in de ontmoeting met de ander.

In zo’n perspectief is de gift geen instrument van ruil en manipulatie. In zo’n perspectief maakt de tussenruimte dat de gift wederkerig is: ook de gever ontvangt en de ontvanger geeft. Beiden geven elkaar de ruimte om het moment van de gift te waarderen in een context die verbindt zonder dwang.


Als ik dan te maken heb met twee teamleden die de samenwerking moeten verbeteren en feedback geven op elkaars functioneren, dan gaat het in eerste instantie over de ruil, in een discussie: ik wil iets van jou gedaan krijgen. Louis en Wesley op de werkvloer. Maar dan ontstaat er de tussenruimte, ze zetten hun ego’s even opzij en stellen de vraag wat de ander verlangd om goed werk te kunnen leveren. Er ontstaat geen discussie, maar een dialoog. En even is er een vonk van herkenning en erkenning voor een gedeelde toekomst in de samenwerking in dit project. Even gaan zij samen verder. Ze waren gever en ontvanger, in balans.


Ik was zo blij met de gift aan Inge, het voelde als een cadeau aan mij, zoals zij reageerde. Een deel van die blijdschap voelde ik bij de teamleden.

Comments


Commenting has been turned off.
bottom of page